13 februari 2018: Jeroen Branderhorst is sinds augustus 2017 in het bezit van deze zeer originele Fiat 1100-103 van november 1955. Deze auto is in januari 1956 in Nederland op kenteken gezet (TK-71-46). Zoekend naar de geschiedenis van deze auto kwam hij op de Conam-website onze pagina over de Fiat assemblage tegen.
Jeroen wil graag weten of zijn auto ook één van 789 Fiat's is die door Leonard Lang in 1955 zijn geassembleerd. Onder de motorkap, tegen het schutbord zitten bij zijn Fiat namelijk twee kleine gaatjes waardoor het lijkt alsof er ooit iets (een plaatje) gemonteerd heeft gezeten. Dat zou dan een soortgelijk plaatje als dit moeten zijn.
Wie weet of Leonard Lang (of misschien een overheidsinstantie) chassisnummers heeft geregistreerd van auto's die hier zijn geassembleerd? Het chassisnummer van Jeroen's Fiat is 210333.
2 mei 2018: Robert van Kesteren komt met het antwoord. Hij schrijft: "Deze Fiat 1100 werd inderdaad in Amsterdam geassembleerd. Het nummer klopt en vermoedelijk heeft de Hollandse vestiging er een plaatje overheen geslagen. Het verhaal begon dat de importeur Leonard Lang de prijzen wilde drukken en geleerd had van Fiat France waar de Fiat-Simca ontstond hoe je die prijs kon verlagen door assemblage alhier!
Het Nederlands bedrijfsleven functioneerde als toelevering van o.a. de accu's, koplampen, elektro en eventueel een Philips radiootje, Everwarm radiateurhoezen, Sickenslakken en tegen meerprijs een Coenen schuifdak.
De gemeente Amsterdam had in het havengebied in de te bebouwen buurt de Adriaan Goedkoopstraat gevonden waar de hallen kwamen met schuine lichtdaken. Eenmaal in de week kwam een Italiaanse hoeveelheid goederenwagens vol chassis, motoren in houten kratten, spatborden, deuren etc. voorzichtig gerangeerd met een diesel het terrein op. Het startte in de zomer van 1956 en in 1963 hield het op met de laatste 1100 D. D sloeg op Duecento (= 1200) met een hotspot bij de inzuigbuis die verwarmd water gebruikte om het mengsel beter te maken.
De Amsterdamse gemeenteraad was blij omdat er werklozen rondliepen en die werden er snel bijgeschoold om aan de lopende band te staan, ze wilden er later niet meer weg want door hard werken kon je een Fiat 1100 aldaar kopen. Drie maal kwam een speciale staf uit Turijn kijken en was tevreden. In 1960 was de kwaliteit zo goed dat Italianen een Hollandse Fiat wilde hebben.
Door de invoering van de E.E.G. was het voordeel voorbij door het gelijke loon- en prijsbeleid. De hallen kwamen leeg te staan."