logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

British Leyland Nederland C.V., Gouda

bln 19750000 goudaHet pand van British Leyland Nederland in Gouda, 1975

Nadat in 1968 in Engeland de fusie tussen British Motor Holding (British Motor Corporation + Jaguar) en Leyland (Leyland + Rover en Triumph) tot stand was gekomen, werd het ook in de Europese exportorganisaties duidelijk dat men tot integratie moest komen.
Op 18 maart 1970 kondigden in een gezamenlijk perscommuniqué British Leyland Europa en R.S. Stokvis & Zonen aan dat zij British Leyland Nederland C.V. hadden opgericht. Tot dan toe verkochten zes onafhankelijke importeurs met hun eigen dealerorganisaties op de Nederlandse markt personenwagens en bedrijfswagens van de merken die in 1968 onder de vlag van British Leyland waren samengebracht. Deze zes importeurs waren:

- Stokvis & Zonen in Rotterdam voor het merk Austin en BMC-bedrijfswagens
- Lagerwij in Den Haag voor het merk Jaguar/Daimler
- Molenaar in Amersfoort voor de merken Morris en MG
- Leyland Motor Corporation in Gouda voor het merk Triumph, Leyland bedrijfswagens en autobussen
- Sieberg in Amsterdam voor het merk Rover en Land Rover
- Van der Mark in Amsterdam voor de merken Riley en Wolseley.

Op 1 mei 1970 ging de nieuwe onderneming British Leyland Nederland C.V. van start met aanvankelijk alleen nog maar de Austin en Triumph personenwagens, bedrijfswagens en Thornycroft scheepsmotoren.

In British Leyland Nederland C.V. waren als stille vennoten zowel R.S. Stokvis & Zonen als Leyland Motor Corporation Nederland opgenomen plus British Leyland Import N.V. als beherende vennoot. In deze laatste had British Leyland Europa 60% van de aandelen en R.S. Stokvis & Zonen 40%.

Als hoofdkantoor werd gekozen voor Gouda, de plaats waar Leyland Motor Corporation reeds gevestigd was in de vroegere carrosseriefabriek Verheul. Vanaf 1 mei 1970 waren hier ook de volgende activiteiten gevestigd:

- De assemblage van autobussen
- De verkoop en administratie van autobussen
- De onderdelenvoorziening voor autobussen
- De verkoop en administratie van Austin, Triumph en bedrijfswagens
- De verkoop en administratie van Thornycroft scheepsmotoren
- De onderdelenvoorziening van Triumph en bedrijfswagens.

Naast Gouda werd voorlopig ook gestart in Rotterdam en Roosendaal. Vanuit de Vierhavenstraat in Rotterdam (waar daarvoor de assemblage van Austin vrachtwagens was) vond de verzorging van Austin onderdelen plaats en vanuit het voormalige distributiecentrum van R.S. Stokvis & Zonen in Roosendaal werden alle nieuwe wagens aan de dealers afgeleverd.
In de maanden na de oprichting werden achtereenvolgens de volgende importagentschappen door de nieuwe onderneming overgenomen: Jaguar, Rover en Land Rover, Morris en MG. Riley en Wolseley werden niet overgenomen, aangezien British Leyland deze merken niet langer meer wilde voeren in Europa.
De reorganisaties in deze beginperiode waren uiteraard niet van de lucht. In februari 1973 volgde de tot dan toe voorlopig de laatste reorganisatie in Nederland door het overnemen door British Leyland International van de aandelen van R.S. Stokvis & Zonen. Vanaf dat moment was British Leyland Nederland volledig eigendom van British Leyland International.

In en uit de brand

bln 19710600 herbouwDe herbouw na de brand in juni 1971

Nadat de nieuwe onderneming zeven maanden had gedraaid, maanden waarin nog talloze reorganisatieproblemen moesten worden gladgestreken, zowel in eigen bedrijf als in de nieuwe dealerorganisatie, brandde op 9 december 1970 het hele gebouwencomplex tot de grond toe af. Slechts een ruïne bleef over van het gebouw, dat onder andere bestond uit de vroegere Nenijto-hal. De schade van de grootste brand die Nederland in 1970 teisterde, bedroeg 12 miljoen gulden.
Ondanks deze tegenslag werd er de volgende dag, nadat de politie het terrein had vrijgegeven, van 12 uur af alweer gewerkt. In gehuurde caravans die rond het gebouw werden geplaatst, begon een aantal medewerkers een verbeten strijd. Het was hartje winter, er was geen telefoon, de administratieve gegevens waren óf verbrand, óf zoek in de chaos.

In juni 1971 begon de herbouw van het complex. Op 24 oktober ontstond er nogmaals een aanzienlijke brand. In totaal hebben er ongeveer zes branden plaatsgevonden, waarvan de meeste ontstonden bij het nablussen tijdens de eerste dagen na de grote brand.
In oktober 1972 was tenslotte de herbouw voltooid. Op 1 februari 1973 vond de officiële heropening plaats in aanwezigheid van vele prominente gasten, onder wie zich British Leyland's topman Lord Stokes, en Sir John Barnes, de Britse ambassadeur in Nederland, bevonden.

De leiding van British Leyland Nederland

bln 19731019 kleermaekerDrs. J.P.J. de Kleermaeker tijdens een dealerbijeenkomst op 19 oktober 1973

Bij de oprichting van British Leyland Nederland op 1 mei 1970 werd de directie in handen gelegd van een driemanschap. De heer D. Wolters werd algemeen directeur, de heer H.H. Mulder directeur verkoop en drs. J.P.J. De Kleermaeker werd financieel directeur. In deze directie traden al spoedig mutaties op. In december 1970 verliet de heer Mulder het bedrijf, terwijl de heer Wolters in april 1972 wegens gezondheidsredenen zijn functie moest neerleggen.
De heer De Kleermaeker werd op 7 april 1972, dan 34 jaar oud, benoemd tot algemeen directeur. Drs. J.P.J. De Kleermaeker was voor zijn benoeming bij British Leyland economisch adviseur geweest van de hoofdgroep Handel bij Stokvis & Zonen, het Rotterdamse concern dat onder meer Austin importeur was voor de Benelux. Op 27 februari 1975 werd dhr. De Kleermaeker benoemd tot algemeen directeur van British Leyland voor de Benelux-landen. Hij behield deze functie tot 1980.

Op naar het einde

In het begin van de jaren zeventig ging het goed met de verkopen in Nederland, maar daarna gooide de benzinecrisis roet in het eten. Midden jaren zeventig daalde de verkoop aanzienlijk, geholpen door de slechte kwaliteit van de diverse modellen, veroorzaakt door de vele stakingen in de diverse Britse fabrieken.

In de loop der jaren onderging British Leyland Nederland vele naamswijzigingen, zoals: BL Nederland BV, Leyland Nederland BV, AustinRover Nederland BV en na het verdwijnen van Austin ging het concern verder als MG Rover Nederland BV.

In Nederland was de import van Leyland trucks gestopt in 1977 en in 1987 ging de Britse Truck en Bus Division over naar DAF, waardoor de Sherpa bestelwagen in Groot-Brittannië voortaan door het leven ging als LDV (Leyland DAF Vehicle) en in Nederland gewoon als DAF.

Geleidelijk aan verdwenen de diverse merken van British Leyland van het toneel, eerst Morris, toen MG in 1980 (maar kwam in 1986 terug als model van de Metro, Maestro en Montego range), Triumph verdween, Jaguar ging zelfstandig door als Jaguar Nederland B.V. en op het laatst werden ook de merken Land Rover en de Range Rover verzelfstandigd.

Begin 21e eeuw viel definitief het doek voor MG Rover Nederland met een openbare verkoop van de laatste modellen.

Bron:
Vijf jaar British Leyland in Nederland, uitgave BLN, 1975