logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

Econoom, Amsterdam

Twee medewerkers van Spyker, de heren Hautekeet en van Asselt, begonnen in 1910 een eigen garage- en reparatiebedrijf in een gehuurd pand aan de Van Ostadestraat 183 in Amsterdam. Een jaar later werd het pand te klein, waarna het bedrijf verhuisde naar een ruimer pand in het gebouw 'Velox' aan Hobbemastraat.

napier-19120913-vethadvertentie september 1912

Econoom-1

In 1913 zagen zij de opkomst van de lichte auto en besloten zelf auto's te gaan bouwen. Daarvoor kochten ze de voornaamste componenten en onderdelen van bekende fabrieken, voornamelijk uit Frankrijk. Vooras, achteras, cardan en drieversnellingsbak kwamen bij Malicet et Blin (MAB) vandaan. De motor was ook Frans, een watergekoelde 1130cc viercilinder 'Ballot' motor met een vermogen van 14 pk, boring 65, slag 100. De carburateur werd geleverd door Claudel, de magneetontsteking door het Duitse Bosch. De auto kreeg een geperst stalen chassis.

Van al deze onderdelen werd een auto geassembleerd die de merknaam 'Econoom' kreeg. De meest toegepaste carrosserie was de open torpedo, die plaats bood aan drie personen. Volgens een beschrijving uit De Revue der Sporten van 1913 was de Econoom "keurig van bouw en vorm, echt degelijk afgewerkt, zoodat het geheel een zeer aardig en sportief voorkomen heeft."
Maar ook waren er gesloten tweezitters en zelfs een vierpersoonsuitvoering.

De Econoom woog ongeveer 400 kilo, had een topsnelheid van 62 km/uur en reed comfortabel door de vering die voor was uitgevoerd met half-elliptische bladveren en achter met driekwart-elliptische. De wielen waren groter dan gebruikelijk bij een kleine auto. De bandenmaat was 750 x 85 mm.

Het was een voor die tijd aantrekkelijke en moderne auto, die al snel de reputatie van goed en betrouwbaar verwierf. In 1913 en 1914 werden er ongeveer 85 gebouwd. Enkele werden naar het voormalige Nederlands-Indië geëxporteerd. De verkoop werd door Hautekeet en Van Asselt overgelaten aan de firma André J.H. Ceurvorst te Amsterdam, die ook importeur van Willys was. Ceurvorst verscheepte op verzoek van Willys een Econoom naar Amerika. De auto werd daar grondig bekeken, met als gevolg dat de Overland-90 van Willys veel constructiedetails kreeg die van de Econoom waren afgekeken.

De laatste Econoom werd in 1914 gemaakt omdat door het uitbreken van de oorlog de toelevering van Duitse en Franse onderdelen stagneerde. Na de Eerste Wereldoorlog kwam het merk niet meer van de grond.

Tekst Rutger Booy met gebruikmaking van de volgende bronnen:

Heldt, B.H.: 80 jaar Nederlandse Automobielindustrie. Peters Uitgeversmij B.V., Deventer, 1976

Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland. Uitgeverij Waanders, 1993

Wallast, Martin: Historisch overzicht van de Nederlandse Automobielindustrie, Uitgeverij Omniboek, 1979

Artikel in De Revue der Sporten, 8 april 1913

econoom-1914-oirschotVolgens de Econoom-advertenties "compleet met verstelbare voorruit, kap met zijzeiltjes, signaalhoorn, 5 lantaarns met generateur, stepneywiel, pomp en cric, benevens gereedschap". (archief Heemkundekring "De Heerlijkheid Oirschot")

Econoom-1914-hautekeet-asseltadvertentie 1913

Econoom-1913-img338-1Met de Econoom achter het Rijksmuseum te Amsterdam (1913).

Econoom 19130415 hautekeetadvertentie april 1913

Econoom 19130819 RdS jrg 7 Tweemaal een Econoom. Bron: Revue der Sporten augustus 1913. Het nummer G-2592 stond op naam van dhr. van Asselt

Econoom-1913-img338-21913

Econoom 1913 autoritTijdens een betrouwbaarheidsrit voor kleine automobielen, die werd gehouden van 12-14 augustus 1913 in Zuid-Limburg. De Econoom liet alle andere merken achter zich, inclusief de Eysink.

 Econoom 19140428 hautekeet

advertentie april 1914

econoom-19150607Hoewel de productie in 1914 werd gestaakt, kwam de Econoom opmerkelijk genoeg nog voor in 1915 in de Panorama. Het is de standaarduitvoering, nu met metalen kap en dus 'met binnenbesturing'. (Archief Ariejan Bos; Panorama 7-6-1915)